donderdag 12 september 2013

De eerste 2 weken

De eerste 2 weken zijn als een komeet voorbij geschoten maar zijn heel gevarieerd geweest. Wat mij het meest opviel is hoeveel mensen je ontmoet, zelfs zonder dat je daar moeite voor hoeft te doen. Zo kwam ik op de Perhentians in mijn eentje en bleek iemand die ik al eerder ontmoet had in de Taman Negara daar ook te zitten. 
Ik zal in dit verslag wat foto's verwerken, wel lastig met de snelheid van de wifi. En ik hoop dat ditmaal de enters wél werken!

Kuala Lumpur

KL was de eerste grote stad van mijn reis en tot nu toe de enige. Achteraf moet ik zeggen dat KL mij enigszins tegenviel. Ik had verwacht makkelijk 5 dagen in zo'n stad rond te kunnen lopen en telkens weer wat nieuws te zien. Maar in feite heb je de stad na 2 dagen wel gezien en wordt het daarna vooral meer van hetzelfde. Sommige plekken hebben natuurlijk hun charme, zoals Chinatown, Little India en het gebied rond KLCC (de torens). Maar KL is meer een stad die je bezoekt als je houdt van shoppen. Chinatown voor de goedkope (nep)kleren en KLCC voor alle kleding die je nodig hebt. Misschien moet mijn grote-steden-gevoel nog wat beter worden en zal het meer vertrouwd aanvoelen wanneer ik daar voor de tweede keer heen ga (over een paar dagen).
Batu Caves.
Aap op de trappen naar de Batu Caves.
Cameron Highlands

Mijn vervoer tussen de verschillende plekken is tot nu toe beperkt gebleven tot de minibus en de boot. De minibusjes rijden naar alle (toeristische) trekpleisters en je hoeft verder zelf helemaal geen moeite te doen om ze te vinden. Het is dus meer uit luiheid dat ik niet voor lokaal busvervoer heb gekozen. En de minibus zette me meteen af voor het hostel. 
Het dorpje Tanah Rata bestaat uit 1 straat met veel eetgelegenheden erlangs. Vooral het Indiase voedsel vond ik zeer goed daar! In het hostel heb ik meerdere mensen ontmoet waarmee ik in de loop van de dagen mee gegeten heb. Overdag heb ik een toer gedaan naar de grote Raflezia-bloem, mijn eerste jungle ervaringen. Leuke tocht met guide die ook verschillende andere bloemen aanwees. En we hebben bamboe-water gedronken. 's Middags hebben we de theeplantages bezocht, die voor Marijn het hoogtepunt van Maleisië waren. Ze waren inderdaad best spectaculair en zeker de moeite waard!
Raflezia-bloem.
Uitzicht tijdens trekking die ik in mijn eentje deed.


Taman Negara

Het tropische regenwoud van de Taman Negara is voor mij tot nu toe het hoogtepunt van Maleisië. Vanaf een klein dorpje moesten we met de boot over de rivier naar het dorp varen. Daar werd ik meteen aangesproken door een man die mij een toer wilde verkopen, wat ik nog even afhield. Naarmate de avond vorderde werd het steeds aanlokkelijker om een meerdaagse trekking te doen en daarom ben ik 3 dagen op pad geweest. Met rugzakken volgeladen met voedsel, water en slaapzak + matje vertrokken we eerst richting grotten vol met vleermuizen. Daarna doorgelopen naar het geboortedorp van onze gids. Dit was zo'n dorp bestaande uit houten hutjes met rieten daken, heel primitief. We sliepen op campsites waar de gids met zijn broertje zelf de open tent bouwde. Ook kookten zij voor ons en werden we prima verzorgd. Het hoogtepunt van de trekking was de derde dag, waarbij we door moesten lopen in het donker. In de schemering nog een diepe rivier overgestoken en daarna met zaklampen onze weg vervolgd. Totdat er iemand 'tiger!' riep. Het bleek een tapir te zijn, een soort mini-olifant die best gevaarlijk kan zijn. Spannend, maar allemaal overleefd. Eenmaal terug in het dorp vierden we dat met de gids en een aantal flessen sterke drank.
Kat op de boot naar Taman Negara. 
Tent waarin we sliepen tijdens de trekking.
Perhentians en Redang

Om bij te komen van de trekking ben ik naar de Perhentians gegaan, een tropisch eiland aan de oostkust. Behalve een snorkeltoer en in de avond op Long Beach wat gechilld heb ik eigenlijk niet heel veel gedaan hier. Voor sommige mensen zijn tropische eilanden het beste van hun vakantie, maar meer dan een beetje luieren is het eigenlijk niet. Leuk voor een paar dagen vind ik, maar daarna weer door naar de volgende bestemming. En in mijn geval is dat Redang, waar ik Marijns vriendin Wenss eindelijk in levende lijve heb ontmoet! Redang is wel een stuk mooier dan de Perhentians en hier ga ik de komende dagen ook nog wat rondsnorkelen. Daarna ga ik terug naar Kuala Lumpur, waarvandaan ik de 17e vlieg naar Chiang Mai (Thailand). Ik heb dan tot 10 oktober om in Bangkok terecht te komen, om door te vliegen naar Ho Chi Minh City.
Chillen op het strand met Marijn.

4 opmerkingen:

  1. Leuk om je reis te volgen! Nog altijd jaloers:P

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Goed verhaal. Kan me best voorstellen dat je op steden sneller uitgekeken bent dan op natuur. Daan

    BeantwoordenVerwijderen
  3. leuk hoor die trekking,maar die tapir is toch een miereneter en geen menseneter?

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Zo te lezen vermaak je je wel. kijk je uit voor al die wilde dieren?
    veel plezier nog. groet Doke

    BeantwoordenVerwijderen